ons kerstverhaal

Maurice, Simonneke en de scheve, paarse kerstboom

Een kerstverhaal

Er was eens een man die samen met zijn vrouw tevreden leefde in een oude stad aan zee. Ieder jaar als het weer kerst werd, tekende de vrouw met krijt een scheve, paarse kerstboom op de muren van hun keukentje.

“Wat ben jij toch een kunstenaar, Simonneke!” zuchtte hij dan verrukt en zij beloofde iedere keer “Wij maken er een fijn, klein feestje van, Mauriske.”

En dat deden ze telkens op hun eigen bescheiden manier.

 Toen kerst eraan kwam dit jaar, werd Simonneke zwaar ziek. Nog voor zij haar scheve, paarse kerstboom op de muur van het keukentje had kunnen tekenen, moest Maurice haar begraven.

 “Wat een afschuwelijk treurige kerst,” jammerde hij “zonder scheve, paarse kerstboom op de muur van ons keukentje, zonder ons fijn, klein feestje en zonder haar!”

 Toen ging Maurice maar wat rondlopen, zijn ziel onder de arm, doelloos door de feestelijk verlichte straten van de oude stad aan zee.

“Wat loop je daar toch te grienen!” riep een bonkige zeeknul, “Ga toch gewoon langs bij je buren, die zullen jou ongetwijfeld een plekje aanbieden aan hun rijkgevulde tafel.”

 “Dat kan ik misschien doen,” dacht Maurice “ik heb niks te verliezen.”

 

 Hij belde aan bij zijn naaste buur en vroeg of hij misschien mee mocht aanschuiven voor kerstavond.

“Voor 150 euro kan je erbij,” zei de buur “jouw aandeel in de kosten.”

“Zoveel geld heb ik helemaal niet” zei Maurice.

“Dan kom je er niet in,” zei de buur.

 

Hij ging aanbellen bij de volgende buur. Of hij misschien mee mocht aanschuiven, vroeg hij.

“Jij kan de kerstcake voor ons bakken,” zei de buur.

“Dat kan ik toch niet!” jammerde Maurice “dat deed Simonneke altijd.”

“Dan kom je er niet in” zei de buur.

 

Maurice belde aan bij de derde buur en vroeg of hij mee mocht aanschuiven.

“Jij kan misschien onze kerstboom versieren,” vroeg de buur.

“Maar Simonneke tekende altijd onze scheve, paarse  kerstboom op de muur van ons keukentje. Ik kan dat niet!” zei Maurice.

“Dan kom je er niet in” zuchtte de buur.

 

Maurice belde aan bij de laatste buur. Vroeg opnieuw of hij mee mocht aanschuiven met kerst.

“Je kan helpen om onze kerstkaartjes te schrijven,” zie de buur.

“Dat heb ik nog nooit in mijn leven gedaan!” klaagde maurice “Simonneke en ik, wij kenden niemand, wij kenden alleen maar elkaar. Wij schreven of kregen helemaal geen kerstkaartjes!”

“Dan kom je er niet in” gromde de buur.

 

Met zijn ziel onder de arm liep Maurice dan maar terug naar huis, door de straten en over de Groentemarkt van de oude stad aan zee.

 “Hey! Hey jij daar!” hoorde Maurice plots roepen “Wat loop jij met kerstavond zo alleen over straat met je ziel onder de arm? Heb je niets omhanden? Schuif toch gewoon mee aan bij ons!”

 “Allemaal goed en wel” treurde Maurice “maar ik kan geen cake bakken, ik kan geen kerstboom versieren, ik kan geen kerstkaartjes schrijven, ik heb geen geld genoeg, ik …”

 ”Dat maakt toch helemaal niets uit!” riepen de anderen. Hier ben je helemaal welkom zoals je bent. Dus kom maar binnen, doe je jas uit en schuif aan.”

 Maurice trad binnen in het wonderlijke winkeltje vol stoffige, oude boeken, scheve lampadaires, halfverwelkte kerstrozen en een vrolijk allegaartje van tafel en stoeltjes.

Alle aanwezigen knikten hem vol verwachting toe.

En toen begon Maurice zomaar ineens te vertellen over Simonneke die er niet meer was en die zo’n prachtige scheve kerstbomen kon tekenen. Maurice vertelde wel 101 verhalen over het leven zoals het (bij hem en Simonneke) was.

 En toen hij even zweeg om een slokje van zijn glas te nemen, zeiden de andere genodigden: “Wat ben jij toch een kunstenaar, Mauriske! Zoals jij verhalen kan vertellen! Zo iemand hadden wij hier echt nog nodig. Wat een geluk zèg dat jij hier net langs liep en dat je met ons wilde mee aan tafel schuiven! Dankjewel, Mauriske!”

 

Bea